Ook na de lockdown blijft het tekort aan zorgpersoneel hoog. Uit de arbeidsmarkindicator van ABN AMRO blijkt bijvoorbeeld dat eind juni liefst 34 procent van alle vacatures voor verpleegkundige onvervulbaar is. Voor sommige specialistische beroepen is dit percentage nog hoger. De tijdens de lockdown veelbesproken herwaardering voor vitale beroepen leidt niet tot een veel forser arbeidsaanbod in de zorg. Vooral in de grote steden verwachten dat het tekort aan zorgpersoneel relatief hoog blijft. Verdere digitalisering en een aanpassing in de bedrijfscultuur kunnen het tekort het hoofd bieden en een goede kwaliteit van zorg garanderen.
Onze volledige arbeidsmarktupdate, met ook informatie uit andere sectoren en de methode van onze indicator, is hier te downloaden:
Voor liefst 21 procent van de vacatures in de Healthcare-sector is geen gerichte werkzoekende te vinden. Daarmee is de krapte in de zorg volgens onze arbeidsmarktindicator relatief hoog. Het vanwege de crisis vrijvallen van personeel in veel andere sectoren heeft het tekort aan personeel in de zorg beperkt terug kunnen brengen. Er staan daarbij nu zelfs meer zorggerelateerde vacatures uit dan op 4 februari van dit jaar het geval was. Uitkeringsinstantie UWV verwacht dat de werkgelegenheid in deze beroepsgroep verder oploopt.
Niettemin was het hoge personeelstekort in de zorg al voor het uitbreken van de coronacrisis al een probleem. Zo was begin februari zelfs 44 procent van alle vacatures voor verpleegkundige volgens onze indicator onvervulbaar. Inmiddels is dit gedaald, maar ligt het percentage voor dit beroep nog altijd erg hoog, op 34 procent. Dit inmiddels structurele tekort heeft diverse oorzaken, zoals de vergrijzing, die een hogere zorgvraag met zich meebrengt.
Tekorten bij diverse zorgberoepen
Om het personeelstekort het hoofd te bieden, is het van belang dat er voldoende interne opleidingsplekken in de zorg te vinden zijn. Bij de introductie van de Wet langdurige zorg in 2015 was de verwachting dat minder zorgpersoneel nodig zou zijn en veel zorgmedewerkers zelfs ontslagen moesten worden, omdat de zorg deels thuis plaats zou vinden. Veel zorgmedewerkers zijn in andere beroepen terechtgekomen, terwijl het tekort in de zorg hoog is gebleven. Vacatures kunnen bovendien veelal niet eenvoudig door zij-instromers worden ingevuld, omdat veel zorggerelateerde beroepen een hoge specialisatie kennen en dus een BIG- registratie (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) behoeven. Een opleiding om zo’n specialisatie te verwerven duurt minimaal vier jaar.
De vacatures van een aantal specialistische beroepen zijn dan ook moeilijk in te vullen, zoals te zien is in bovenstaande figuur. Het betreft bijvoorbeeld cardiologisch verpleegkundigen, een beroep dat de afgelopen jaren nog verder specialiseerde, en intensive care-verpleegkundigen. Ook voor het beroep van verpleegkundig specialist is het moeilijk om mensen te vinden. Dit heeft eveneens te maken met vereiste kwalificaties; hiervoor is na een afgeronde HBO-opleiding een HBO-master en een zekere werkervaring nodig. Ook vacatures voor mondhygiënist (49 procent), anesthesiemedewerker (46 procent) – waar ook het beperkte aantal opleidingsplekken een rol speelt – en tandarts (23 procent) zijn moeilijk te vervullen. Voor het meer generieke beroep van verpleegkundige, qua aantal een groot onderdeel van de zorg, is voor ongeveer een derde van de vacatures geen werkzoekende te vinden.
Tekort in zorg blijft vooral in grote steden hoog
Het tekort aan personeel in de zorg blijft naar verwachting ook in de komende jaren aanwezig. Dit heeft onder meer te maken met de verdere vergrijzing, met als gevolg een nog hogere zorgvraag. Nu is 19,5 procent van de bevolking 65-plus, in 2030 is dit naar verwachting 23 procent en in 2040 zal dit 25,5 procent zijn. Wij voorzien dat personeelstekorten in de zorg vooral in de grote steden hoog zullen blijven. Zo zijn van alle zorgvacatures in Rotterdam 56 procent volgens onze indicator onvervulbaar, in Amsterdam 41 procent, in Utrecht 40 procent en in Den Haag 29 procent.
De krapte in de grote steden heeft te maken met de relatief lage lonen in de sector, waarmee het moeilijker is relatief hoge woonkosten in grote steden te kunnen dragen. Werken buiten de grote steden is dan een interessant alternatief. Met het aanbieden van meer interne opleidingen was een deel van dit tekort echter te voorkomen geweest.
Tijdens de coronacrisis is veel gesproken over herwaardering van de zorg. Voorlopig ligt een structureel hoger arbeidsaanbod in ieder geval niet direct voor de hand, ook niet voor de meer generieke beroepen in de zorg. Uit onderzoek van ABN AMRO en Panelwizard tijdens de lockdown bleek dat weliswaar 18 procent van de werkende Nederlanders zich meer aangetrokken voelde tot een baan in de zorg dan voor de coronacrisis, maar dat een even hoog percentage aangaf zich juist minder aangetrokken te voelen. Mogelijke redenen voor dat laatste zouden de hoge werkdruk en angst voor besmetting kunnen zijn.
Aan dit rapport werkten mee:

Sonny Duijn is Sector Econoom Thema’s bij ABN Amro. Hij is binnen Sector Advisory verantwoordelijk voor het doen en coördineren van onderzoek over sector-overstijgende thema’s die (ondernemers in) meerdere sectoren verbinden. Zo publiceert hij bijvoorbeeld over circulariteit, technologische innovatie, de arbeidsmarkt en de brexit. Sonny was 2010 tot 2015 werkzaam als financieel verslaggever voor De Financiële Telegraaf. Tussen 2015 en eind 2019 heeft hij als sectoreconoom gewerkt voor Technologie, Media & Telecom (TMT), Retail en Leisure. Binnen die sectoren deed hij intern en extern onderzoek. Hij maakte bijvoorbeeld de jaarlijkse prognoses en gaf presentaties over onderwerpen binnen die sectoren.

Anja van Balen is sector banker zorg bij ABN AMRO. Zij is binnen de afdeling public banking van ABN AMRO verantwoordelijk voor de sector zorg. Anja van Balen heeft vele jaren ervaring met zorg door haar werkzaamheden bij Fortis en bij ABN. Anja is bedrijfskundige, met als specialisme strategisch en financieel management. Het hervormen van de zorg is voor Nederland een van de grootste uitdagingen voor de komende jaren, zij draagt daar graag vanuit de financiële sector haar steentje aan bij. Om de consequenties van de wijzigingen van de regelgeving voor de banken voor de zorgsector te verduidelijken geeft Anja presentaties over de financiering van de zorgsector.


Edo van Uitert started working for ABN AMRO in 2018 as data scientist for the Non Financial Risk grid, where he worked on a variety of topics, including a text mining analysis of customer complaints and a predictive model for credit fraud. In August 2019 he moved to the Detecting Financial Crime Data Science Innovation team, where he develops novel advanced analytics methods to improve transaction monitoring. Edo obtained his PhD in astronomy in 2012 from Leiden University on the topic of weak gravitational lensing. After six years of research at the University of Bonn and University College London, he decided to start a new career in data science.